In deze procedure heeft Kraan & De Jong een met een planschaderapport onderbouwde schadeaanvraag ingediend namens de eigenaren van een vrijstaande villa die in 2007 werden geconfronteerd met een vrijstelling ex artikel 19 WRO waardoor de bouw van een naastgelegen appartementencomplex van drie bouwlagen mogelijk werd. In de adviezen van de SAOZ wordt geconcludeerd dat sprake is van planschade ter grootte van € 90.000,-. Door de bouwer van het complex, met wie de gemeente een verhaalsovereenkomst heeft afgesloten, wordt een second opinion overgelegd en bezwaar en beroep ingesteld.
In de onderhavige procedure is door een nieuw bestemmingsplan sprake van het vervallen van een aantal bebouwingsmogelijkheden waardoor de eigenaar van een vrijstaande woning directe planschade lijdt. In navolging van het uitgebrachte advies kent het college van Oudewater de aanvrager een planschadebedrag toe van € 33.750,-. Door aanvragers rechtsbijstandverzekeraar wordt beroep ingesteld. Voor een mogelijke second opinion wordt het uitgebrachte advies onder andere voorgelegd aan Kraan & De Jong; gelet op de gemaakte planvergelijking en gelet op de summiere onderbouwing van de schadevaststelling wordt een second opinion uitgebracht en ingebracht in de beroepsprocedure. In de second opinion onderbouwt Kraan & De Jong dat sprake is van een schadebedrag van € 110.000,-.
Bij het beoordelen van planschadeverzoeken dient te worden onderzocht of de aanvrager door de planologische mutatie in een nadeliger positie is komen te verkeren ten gevolge waarvan hij schade lijdt of zal lijden. Hiervoor dient een vergelijking te worden gemaakt tussen de planologische maatregel waarvan gesteld wordt dat deze schade veroorzaakt en het voorheen vigerende planologische regime. In deze casus gaat het om planschade die zou zijn ontstaan door een bestemmingsplan die de aanleg van een deel van de N293 (bestaande uit 2 rijbanen met in totaal 4 rijstroken) te Roermond mogelijk maakt. Het geschil spitst zich toe op de manier waarop invulling is gegeven aan de maximale mogelijkheden binnen het nieuwe bestemmingsplan door de beoordelingscommissie.
De jurisprudentie inzake het normaal maatschappelijk risico is sinds 2012 volop in beweging. Met de uitspraken inzake de gemeente Horst a/d Maas (ABRvS 10-7-2013, zaaknrs. 201207038/1/A2 en 201208907/1/A2) werd een planschadebedrag overeenkomend met 3,7% geheel voor rekening van de aanvrager gelaten. Het ging daarbij, kort samengevat, om 6 woningen die werden gebouwd in centrumgebied aan de overzijde van straat, tegenover de woningen van de aanvragers. Op de gronden waren uitsluitend agrarische bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.